-
1 sleek
adj. zacht en glanzend; (te) keurig verzorgd; mooi gestroomlijnd (v. auto)--------v. gladmaken (strijken), glanzend makensleek1[ slie:k] 〈bijvoeglijk naamwoord; sleekness〉————————sleek2〈 werkwoord〉 -
2 sleeky
adj. zacht en glanzend; geslepen, sluw -
3 lambently
adv. lekkend, spelend (v. vlammen); zacht glanzend (v. licht, ogen); speels, goedmoedig sprankelend
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский